Regelmatig overvalt me een “Knijp me! Het is te mooi om waar te zijn.”
Ik moet uitleggen hoe dat voelt, want deze woorden doen het voorkomen dat ik dan erg in mijn nopjes ben en dat ik geniet. Begrijp me goed. Ik geniet en ik ben in mijn nopjes. Maar niet op mijn “te mooi om waar te zijn” momenten. Dat zijn heftige momenten. Momenten waarop ik op een heel diep niveau besef, én voel, dat ik vrouw ben, en een prachtig mens.
Op die momenten komt ook mijn “je verdient het niet” naar boven. Niet als stemmetje, maar als iets dat zich heel hard verzet tegen het mezelf goed voelen. Het te mooi om waar te zijn voelt dus letterlijk zo. Het voelt alsof ik vreselijke dorst heb, maar na één slok al zo barstensvol zit dat er niets meer bij kan. De dorst is er nog steeds, maar ik kan geen slok meer drinken.
Ze zijn er, de momenten waarop ik écht kan voelen dat ik een vrouw ben die er mag zijn. Maar elke keer kan er maar één klein slokje naar binnen. Het is prachtig, én het doet pijn. Genieten is niet echt het goede woord, en het heeft al helemaal niets met nopjes te maken.
PS Ik las in “Whipping girl” van Julia Serano, dat veel transgenders ergens in hun achterhoofd het gevoel hebben, dat het vrouw zijn ze zomaar weer afgepakt kan worden, vanwege alle signalen die het trans zijn nog steeds als iets niet-natuurlijks beschouwen. Misschien te accepteren, maar wel een beetje vreemd.