Kerstverhaal 2

Peter was nu oudste kleuter. Na de zomer mocht hij naar groep drie. En dat was gaaf, want dan mocht hij het echte werk gaan doen. Maar het was nog lang geen zomer. Sterker nog, het was kerst. En weer was hij met de hele klas bezig aan werkjes die ze mee konden nemen naar huis. “Als heuse kerstversiering!” had de juf gezegd. En dat was precies het probleem. Peter vond de werkjes stom! En heuse kerstversiering was het al helemáál niet. Dat juf er uitgelaten over deed, zei niks. Dat was haar beroep. Maar Peter zag zo wel dat de armetierige dingen die ze knutselden totaal niet leken op die mooie spulletjes van de kerstmarkt. De ‘echte’ glitter die ze mochten gebruiken maakte het alleen nog maar erger, want die bleef niet goed zitten. Je zag de lijmvlekken onder de glitter uit komen.

“Hé Peter”,  Peter schrok, hij was zo verdiept in zijn gedachten dat hij niet door had, dat meneer Ben achter hem stond. Meneer Ben was er de tweede helft van de week. De leukste helft. Meneer Ben was nog maar net begonnen in de kleuterklas. Daarvoor had hij altijd groep 8 gedaan, had hij verteld. En hij moest nog alles van kleuters leren. Dat had Peter wel stoer gevonden, een meester die nog iets moest leren.

“Ik zie dat je niet verder gaat met je werkje.”
“Nee, het is stom! En het wordt toch niks!”

“Is het stom omdat het stom is, of omdat het niet lukt!”

“Omdat het niet lukt! Ik krijg die bobbels van het schaapje niet geknipt, en de staf van de herder breekt steeds bij het knippen! Het lukt me toch nooit. Zelfs de jonge kleuters kunnen beter knippen dan ik! En dan neem ik het mee naar huis en dan zegt mijn moeder dat het mooi is, en ik weet toch wel dat ze liegt, want dat zegt ze altijd. En dan zet ze het neer, en dan ziet iedereen het, want er komt allemaal visite.”

“Zou je beter willen leren knippen?”, vroeg meneer Ben.

Peter dacht na. Dat wilde hij wel, maar meer nog wilde hij iets mee naar huis nemen waar hij echt trots op kon zijn.

“Dat lukt toch nooit op tijd!”

“Ik heb een plan. Ben je benieuwd naar hoe ver je kunt komen? We hebben de rest van de week nog. Vrijdag gebeurt er niet veel meer, maar vandaag heb je nog en morgen ook.”

“En alle andere dingen dan?”

“Zitten daar dingen tussen die je echt heel graag wil doen?”

Daar had Peter snel een antwoord op. Hij was wel een beetje klaar met kleuteren. Er was niet iets dat hij zou missen.

“Oké, nou ga ik je iets vragen dat je misschien gek vindt. Zou je 20 schaapjes willen knippen?”

Peter rolde met zijn ogen.

Meneer Ben pakte het schaapje dat Peter net geknipt had.

“Kijk, zie je? Dit eerste stuk is best goed. En hier gaat het mis.” Meneer Ben wees op de plekken waar Peter met zijn schaar was doorgeschoten.
“Ik vind dat niet zo heel erg storend, moet ik eerlijk zeggen, maar jij wil het graag mooier. Is dat zo?”

Peter knikte.

“Als jij bij de eerste tien schaapjes nu een allemaal verschillende manieren uitprobeert om niet uit te schieten met je schaar. Ook hele gekke manieren. Ze mogen allemaal mislukken. Het gaat erom dat je die manier vindt. Als een soort uitvinder, zou dat lukken?”

Peter knikte. Meneer Ben zag dat hij al aan het nadenken was.

Even later was Peter druk bezig. Meneer Ben zag dat Peter bij zijn pogingen wolbobbels en poten doorknipte, maar toch doorging.

Toen de tien schapen klaar waren, haalde een trotse Peter meneer Ben er bij.

“Kijk! Ik knip er eerst omheen. En dan knip ik steeds een beetje dichterbij het schaapje. En bij de bobbels knip ik van twee kanten. Maar nu doet mijn hand zeer.”

Wow, jij hebt hard gewerkt, en veel ontdekt. Je hebt zelfs ontdekt dat je pauze moet nemen omdat je handen moe worden.

De volgende dag was Peter net zo lang met zijn schaapjes bezig tot hij er eentje had waar hij tevreden over was. Toen begon hij aan de staf. Niet dat die zou lukken, maar Peter was benieuwd of het beter zou gaan met de manier waarop die hij bij de schaapjes had ontdekt.

Meneer Ben had een hele grote Jozef gekopieerd.
“Dat is om te oefenen.”

Toen Peter meneer Ben kwam halen om te laten zien dat hij een Jozef mét staf had geknipt, zag hij dat meneer Ben met zijn schaapjes bezig was. 

Hij had ze op een mooie zwarte achtergrond geplakt. Peter zag dat hij ze precies op volgorde geplakt had. Eerst de mislukte schaapje, en op het eind het laatste gelukte schaapje.

“Als je nu eens dit mee naar huis nam in plaats van een kerststal. Dan kunnen ze thuis zien wat je op school geleerd hebt.”

Die kerst liet Peter trots zijn schaapjes en zijn Jozefs zien. De laatste Jozef was nog steeds niet zoals hij wilde, maar toch zichtbaar beter dan de eerste. En wat het mooiste was. Iedereen was écht verrast om al die stapjes te zien. Zijn moeder had zelfs tranen in haar ogen gehad, en helemaal niets gezegd. Ze had Peter alleen maar een hele dikke hele lange knuffel gegeven. En dat was duizend keer meer waard dan alle “Wat mooi!” uitroepen bij elkaar.

Kersteverhaal

Ash had besloten het aan zijn ouders te vertellen. Het was moeilijker dan hij had gedacht, zijn ouders waren erg begrijpend, en toch voelde het als een grote drempel. Hij zelf was hier al een hele tijd mee bezig, hij had er veel over gelezen, hij had zelfs met zijn nieuwe naam al een twitter account aangemaakt, hij had andere trans jongens gesproken en nog nooit had hij zich zo gezien gevoeld. 

Het was steeds duidelijker geweest Maar nu zijn ouders. Wat voor hem al heel gewoon was, was voor zijn ouders nieuw en vooral zijn moeder zou zich ongerust maken. Wat nu als ze door zou vragen? Wat nu als ze hem zou bedelven onder alle mitsen maren en andere angsten. Het erge was, hij snapte ze, hij had ze zelf ook gehad, maar voor hem waren ze een gepasseerd station, een station dat hij liever niet nog een keer aan wilde doen. 

Hoe kon hij uitleggen wat voor hem inmiddels zo duidelijk was? Hij was intern al bezig zijn keuze op allerlei manieren te verdedigen, maar dat was niet het gesprek wat hij wilde voeren. Hij had de steun van zijn ouders nodig, niet de zorgen. ZIjn vader zou het misschien beter begrijpen, hij had een goede band met zijn vader, maar dat zou ook juist een drempel kunnen zijn, zijn vader zou hem anders kunnen zien. Zoveel vragen, zoveel onzekerheden, en  hoe langer hij wachtte hoe groter het gat zou worden. 

Die avond liet hij zijn kleinere broer Inception zien. Op de TV in de woonkamer, want zijn vader wilde ook mee kijken.

“Dat is die actrice die de viool speelde in die serie?. . .  eh sorry . . . Ik moet acteur zeggen, die ook in Juno speelde, die heet nu toch Elliot?”

Zijn vader keek naar hem, toen hij dit zei.

“Oh, gos, weer één!” zei zijn moeder.

“Ik vind het juist cool!” riep zijn jonge broertje.

“Ik ook!” zei zijn vader terwijl die zijn blik op Ash gericht hield: “Ik vind het zo dapper om de keuze te maken jezelf te zijn.”

Bij het afruimen riep zijn vader.

“Em, help je mee om de vaatwasser in te ruimen?”

Toen ze daar mee bezig waren zei hij: “Als je iets wil vertellen, ben ik er voor je.”

Ash voelde tranen opkomen, alle opgekropte spanning kwam er in een keer uit. “Pap, ik ben trans, en ik ben zo bang”

Zijn vader nam hem in de armen, ze omhelsden elkaar stevig.

“Lieverd, ik vind je zo dapper.” zijn vader aaide hem over zijn haren. “Ik ben er voor je, je hoeft het niet alleen te doen.” Hij pakte Ash bij de schouders. Ze keken elkaar aan, bijna alsof er een hernieuwde kennismaking plaats vond, wat natuurlijk ook een beetje zo was.

“Weet je al een naam?”

“Ash” zei Ash verlegen, “die gebruik ik op twitter, maar ik weet nog niet of ik die houd.” 

Zijn vader deed de deur van de vaatwasser dicht, ruimde nog wat op en droogde het aanrecht. Met de vaatdoek nog in de hand draaide hij zich om. Ze keken elkaar aan. Zo stonden ze even en hij zei :

“Lieve Ash”

Ash voelde over zijn hele lijf kippenvel toen hij zijn naam hoorde uit de mond van zijn vader. 

“Je moeder zal zich zorgen maken, maar ik help haar wel in haar proces. Ze zal ook zien hoeveel gelukkiger je bent als Ash.”

En weer smolt er iets van die grote steen in de maag van Ash. Het zou moeilijk worden, maar nu voelde het alsof hij alles aan kon.

“En ik denk dat je broertje een grote broer heel gaaf vindt”

Ash moest lachen, ja hij was een grote broer. Hij omhelsde zijn vader weer en een tijd lang bleven ze zo staan, vader en zoon. Ash wist dat deze kerst de mooiste ooit zou worden.

Herfst

 

 

 



 

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De lange geschiedenis van De Tussenwerelden

 

Dertig jaar geleden maakte ik een verhaal voor mijn oudste twee. Maakte, ik schreef het niet op. Het verhaal had als hoofdrol mijn kinderen, en ik maakte het omdat ze zo verschillend waren in de manier waarop ze de wereld tegemoet traden.

Ik vertelde dat verhaal soms op vertelfestivals maar ik schreef het pas op toen in met “Onder de Radar” begon. Het verhaal staat in dat boek en heet “Het land waar alles bestaat.” Het verhaal van Boni en Takkie. Die in een land komen waar alles wat je kunt bedenken ook echt bestaat.

Al veel eerder, zo’n tien jaar geleden heb ik geprobeerd er een boek van te maken. Ik schreef een begin, en huurde Marcel van Driel in om me op weg te helpen. Die adviseerde me om het verhaal in deze wereld te laten gebeuren. Dat zou me heel veel gedoe schelen in het creëren van een hele wereld met een eigen logica. 

Ik schreef een eerste hoofdstuk, maar ik kwam niet verder. Twee jaar geleden, maart 2022 deed ik mee aan een schrijfmarathon, met andere schrijvers. We zouden elke dag ook elkaars verhalen lezen en reageren. Dat was een kans om eindelijk het verhaal als boek af te maken.

Het werkte als een tierelier, al weet niemand precies hoe een tierelier werkt, maar misschien is dat juist de machine. Ik maakte er een jong-adult fiction van, omdat er een liefdesverhaal in zat. Ik leerde van Marcel dat het daarmee automatisch in die categorie valt.

Omdat ik elke dag feedback kreeg op wat ik schreef, wist ik of mijn verhaal overkwam. Het deed precies wat ik hoopte. Het deed lezers de vragen stellen die ik wilde dat ze zouden vragen. Ze vonden het spannend, ook dat was heel erg fijn. Eind die maand was mijn boek af!

Na een maand uitrusten zou ik gaan herschrijven. En toen kreeg ik een herseninfarct. De volgende twee jaar had ik niet eens tijd om aan mijn boek te denken. Toen ik dat wel deed wist ik ongeveer wat me te doen stond in een herschrijf.

Ik wilde de nevenpersonages meer achtergrond geven en ook meer eigen verhaal. Ik wist hoe ik met die verhalen de actie ook meer ruimte en betekenis kon geven. Ik wilde het doel van de ik-persoon heldere hebben. Ik wilde de diversiteit die ik er in had gestopt subtieler maken.

Nou ja, nog een paar dingen. Maar ik had geen idee hoe, want ik lees nog steeds heel erg langzaam en kreeg daardoor geen overzicht. Laat staan dat ik zou kunnen schakelen tussen grote lijnen en details. Ik liet het gaan, want het verhaal verdiende iets wat ik niet kon bieden.

En toen gebeurde er van alles in mijn leven dat een boel relativeerde. Ik had geen behoefte meer om mezelf als schrijver te bewijzen. Ik had het zonde gevonden om mijn boek zo uit te geven. Nu wist ik dat het beter was om het zo uit te geven dan helemaal niet. 

Toen ik hier op twitter over schreef, bood iemand heel erg lief aan om de taalfouten eruit te halen.  Dat trok me over de streep. Ik liet het boek voor mezelf printen op A4-formaat. Verbeterde wat ik wél kon verbeteren, ging op zoek naar een Brinting On Demand uitgever, en tekende een cover. 

Volgende week krijg ik de bloeddruk. Als die goed is druk ik op publiceren. Na weer een aantal dagen is mijn boek dan te bestellen. Misschien koop ik een stapel om zelf te verkopen, dan verdien ik er ook iets aan (want via Pol of boekwinkel krijg i 1 euro per boek). Maar dat is niet waar het me om gaat, en ik zie een beetje op tegen het moeten versturen. 

zoekpjaatje

Het leuke, én het gevaar, van digitaal tekenen is dat je heel makkelijk dingen kunt veranderen. Vooral als je het goed opdeelt in verschillende lagen.

Hier twee keer een verandering die ik later toe voegde. (Zelfs nadat ik hem in mijn plog geplaatst had, vandaar dat ik voor dit bericht beide versies kan laten zien.)

Beide keren ging het om het licht.

In de tekening vanaf mijn balkon besefte ik later pas dat het mist actief effect beter tot zijn recht kwam als ik dat meer als stralen liet zien.

Bij de tekening van het bospaadje vond ik dat het licht op de boomstammen te subtiel was. Dat maakte de tekenen té digitaal, op een of andere manier. Ik wilde het slordiger, en toen ik dat deed besefte ik dat ik het ook nóg lichter wilde. 

 

Ik wil dat niet teveel doen. Want een tekening is wat die is. En de oude versies zijn ook gewoon oké. Nu ik ze naast elkaar zie, twijfel ik zelfs weer. Volgende keer gewoon afblijven dus. En áls ik dan iets zie dat beter kan is dat gewoon wat ik leer voor de volgende tekening.

Ik weet dus nu dat ik het niet te gelikt wil. Ik wil de groffe penetreerden kunnen blijven zien. Ironisch genoeg zelfs als ik die er achteraf toe moet voegen.

Als je op de foto’s klikt zie je ze op ware grootte (via laptop of tablet, op je telefoon heeft dat niet veel zin). Dan zie je de bladeren bevoordeeld heel goed als losse stippen, en ik houd daar dus erg van.

 

Hieronder eerst out dan nieuw

 

 

 

 

Het zonlicht in het bos

De lente is me liever

dan de zomer ooit zal zijn

Misschien omdat

ontwaken en verwachting,

mij beter passen

dan het voltooid verlangen.

Misschien ben ik gewoon

niet goed in stralen in het licht.

Wat ik van de zomer 

wel mateloos mooi kan vinden

is het zonlicht in het bos,

dat bladeren achter bladeren

doet vlammen 

in de diepdonkere schaduwen van het woud.

Misschien is dat wat ik kan:

schijnen in het donker.

Mijn stijl ontdekken

Zondag was er uitleg over de plannen voor een de Kerk.
Ik werd er blij van.
Ze zijn al drie jaar bezig een Huis van Ontmoetingen te worden, en zijn.
Nu komt er een verbouwing om ruimte maken voor meer activiteiten.
Niet per se voor gelovigen. Het wordt een soort buurthuis, maar dan wel op her gebied van zingeving.
We is al het Odense Huis voor mensen met Alzheimer.
Je zou kunnen zeggen dat het een plek is waar ruimte is voor buitenbeentjes.
Ik ga in oktober een groep leiden met het maken en vertellen van verhalen.
(Ik blijf dat ook in Arnhem van de grond zien te krijgen)

Het is een fijne gemeenschap waar ik me welkom voel.
Ik heb dat al heel lan gewild: het gevoel dat ik op social media heb maar dan in mijn woonplaats.

Ik heb al mijn sociale media losgelaten.
Ik blijf alleen hier op Facebook, want het contact met jullie is fijn.
(Dat was het op twitter ook, en op het alternatief “bleusky” ook, maar het is goed om een groot deel in het echte leven te gaan verankeren.

Na bijna 7 jaar hier wonen is het goed om hier ook echt wortel te gaan schieten.

(Foto: de nieuwe pergola, die gisteren geplaatst is op mijn koffie-drink-plekje. Waardoor mijn tekening verouderd is. Die maakte ik vroeger, in de tijd dat er nog geen pergola was)

Kerk

Zondag was er uitleg over de plannen voor een de Kerk.
Ik werd er blij van.
Ze zijn al drie jaar bezig een Huis van Ontmoetingen te worden, en zijn.
Nu komt er een verbouwing om ruimte maken voor meer activiteiten.
Niet per se voor gelovigen. Het wordt een soort buurthuis, maar dan wel op her gebied van zingeving.
We is al het Odense Huis voor mensen met Alzheimer.
Je zou kunnen zeggen dat het een plek is waar ruimte is voor buitenbeentjes.
Ik ga in oktober een groep leiden met het maken en vertellen van verhalen.
(Ik blijf dat ook in Arnhem van de grond zien te krijgen)

Het is een fijne gemeenschap waar ik me welkom voel.
Ik heb dat al heel lan gewild: het gevoel dat ik op social media heb maar dan in mijn woonplaats.

Ik heb al mijn sociale media losgelaten.
Ik blijf alleen hier op Facebook, want het contact met jullie is fijn.
(Dat was het op twitter ook, en op het alternatief “bleusky” ook, maar het is goed om een groot deel in het echte leven te gaan verankeren.

Na bijna 7 jaar hier wonen is het goed om hier ook echt wortel te gaan schieten.

(Foto: de nieuwe pergola, die gisteren geplaatst is op mijn koffie-drink-plekje. Waardoor mijn tekening verouderd is)

 

Zomer

 

 

Toen ik terug fietste van het Openluchtmuseum trapte ik hard op de rem. Ik MOET een foto maken van het bos, met het zonlicht op de bladeren, achte bladeren die juist in de schaduw zijn. Dat spel van licht en donker vaccineert me eindeloos. Je zult dat dan ook nog vaak tegenkomen in mijn tekeningen.

Ik schreef er hier een gedicht over. 

 

Reken is ook schitterend en zó moeilijk om te tekenen. Hier een eerste pogin. Dit is een van die dingen die echt beter gaan op de iPad

 

In de trein naar Arnhem, de Rijn over. Ik wilde de weidsheid en het water uitproberen.

 

Het is in Doorwerth moeilijk om de zonsondergang te zien. Overal is bos. Waar je wel ver weg kunt kijken is vanaf de Duno over de uiterwaarden, maar dat is pal zuid.
Na jaren eindelijk een plek gevonden. Een stuk hei bij Renkum, een van de plekken waar de geallieerden landden tijdens Market Garden. Daar zat ik dus dit jaar op de langste dag en dit is wat ik zag.

 

Eén van mijn favoriete plekken, de Duno, met schitterend uitzicht over de Rijn, de uiterwaarden en zelfs Arnhem én Nijmegen.

 

 

Op de terugweg van bezoek aan dochter is Nijmegen. Ik vond de bermen zo mooi.

 

Het paadje naar de basisschool waar ik pleinwacht ben. Ik zei al, alles is bos in Doorwerth, en dat is vooral mooi, ook als het regent.

 

 

Onderlangs mijn berg, de Fonteinallee. Hier eindigen veel beken. Deze was zo mooi donker en groen van kroost. En dan weer dat licht.

 

Ook op de Fonteinallee, uitkijkend op de uiterwaarden.

 

Nog steeds van de zelfde wandeling op de Fintijnallee, vlak voor Heveadorp (vanaf het kasteel gelopen)

 

 

Wandeling over de hei bij Wolfheze. Daar kun je via de wildwissel de snelweg over. Dit is aan de overkant. Het was heel zomers, ik wilde het halmgras weergeven.

 

Met een vriendin naar een kwekerij. En opeens snapte ik waar mijn grootvader graag bloemen en planten schilderde. (Ik was altijd meer van de landschappen van mij overgrootvader). Wát een vormen en wát een kleuren. Ik vind deze tekening iets te stijfjes. Ik ben nog steeds op zoek naar een manier om wat losser te tekenen. Het risico van digitaal is dat je eindeloos kunt verzanden in de details, omdat je kunt inzoomen. Maar dan moet je dus oppassen dat je de samenhang niet kwijt raakt. Dat is hier wel een beetje gebeurd.

 

Fietspad van Wolfheze naar Oosterbeek. En weer dat licht!

 

Openluchtmuseum

 

Oorsprongbeek

 

 

Mijn balkon

 

 

 

 

De kerk aan de overkant van mijn huis, en de plek waar ik in de zomer ‘s ochtend koffie drink omdat daar wel zon is en op mijn balkon nog niet.  (Zie hierboven de foto van de regen, voor uitzicht op deze plek vanuit mijn balkon)

 

 

En vanaf die zelfde plek, als ik iets naar links kijk, zie ik het vlaggetje van Bard, die op de hoek van de wek Aardbijen, Kersen en pruimen verkoopt. Als hij is is, is het zomer. 

 

 

Als ik naar het AMC Utrecht moet, voor mijn Cochleare Implantaten, en dat moest nu omdat ik het programma voor ringleiding wilde activeren, en het is zomer, ga ik graag via Bunnik. Ik stap dan uit bij station Bunnik en loop via Amelisweerd naar het ziekenhuis. Deze tekening is van een foto die ik halverwege maakte.

 

 

 

Uitzicht vanaf mijn balkon naar het kraantje van de Kersen.

Donderbui die snel op stak en even snel weer weg was. Laat op de avond kwam zelfs de zon nog even door.

 

Weer een keer fietsen naar de Boshoeve. Dit pad kun je bereiken vanaf het fietspad dat van Heelsum naar Volwheze gaat, langs de snelweg.

 

 

 

 

Volle Maan

 

 

 

De Oorsprongbeek, die ik al tekenden op de plek vlak voor waar hij de uiterwaarden in stroomt. Hier meer bij de oorsprong in een mooi bos dat me doe denken aan de wouden van Torenhoog en Mijlenbreed.

 

 

 

 

Amsterdam, achter het station. Ik vertel elke zomer bij de LGBTQ+ avond van Mezrab. Twee jaar geleden was de eerste en ik dacht datik die zou missen omdat ik twee maanden eerder een hersenifarct had, en een maand in een revalidatiecentrum lag. Ik kon niet meer lezen. Ik heb die ene maand dat ik tuis was, voor de LGBTQ+ avond zó vreselijk hard gewerkt om het verhaal (in het Engels!) in mijn hoofd te stampen. Het ging geweldig! Dit jaar heb ik niet zo hard geoevend, ik vertrouwde er op dat het verhaal (over Fenna mijn dochter die me voor het eerst in een Jurk zag), goed genoeg in mijn hoofd en vooral mijn hart had zitten. Dat bleek zo te zijn. Ik ben ver gekomen, deze twee jaar! Het was weer fijn. Iemand zei: ze hingen aan je lippen.

Ik ben altijd vroeg, en in de zomer ga ik dan even aan het water zitten.

 

 

 

Dit is weer bij de Boshouve, maar het kan overal zijn. Het gaat me om het graan. Zo veel mooier dan die Mais die overal oprukt. Bah, vind ik dat. Verpest het hele uitzicht. Deze velden zij zo mooi.

 

 

De Wolfhezerweg. Maar aan die mooie kromme eiken kun je zien dat het gewoon het eerste stuk van de Italiaanse weg is die vanaf station Wolfheze naar Kasteel Doorwerth loopt. 

 

De tuin van de Boshoeve

 

 

 

Hierboven staat al een keer uitzicht van mijn balkon naar links (het oosten) en dan midden op de dag. Maar het “daghet in den oosten” en als ik om half zeven in de zomer helemaal naar links kijk, zie ik dit. Ik werd getroffen door het vele licht en het beetje mistige van de ochtend.

 

 

 

Als ik naar de Duno wandel loop ik graag over dit paadje. In het begin staan twee lieve huisjes met een schitterende Magnolia, die ik absoluut nog ga tekenen in de lente. Nu dit paadje met zijn diepe schaduwen en felle zonlicht tussen de bomen door. 

 

 

 

En nog een van mijn balkon. Een blek waar ik graag ben sinds ik hem opgeruimd heb. Ik heb aan de ene kant een blauwe regen getekend en op de andere muur een deur. Misschien ga ik daar nog wel een tekening van maken, van mijn plekje. Maar nu mijn plantjes in de zon