Vroeger wilde ik op zoek naar mijn ware zelf. Als ik daar nu op terugkijk, was dat een soort vlucht. Het idee dat er een mooiere versie van jezelf verstopt zit, ergens binnen in je, kan troostend zijn. De vlucht bestaat eruit dat je dan niet geconfronteerd hoeft te worden met je lelijke kanten. Want dat is alleen maar de verpakking. Wacht maar tot je het uitpakt, dan zul je zien hoe mooi het is, zoiets.
De grap is dat ik me destijds het apelazerus was geschrokken als ik had ontdekt dat er een vrouw in mijn verpakking zat. Daar was ik nog helemaal niet aan toe, om dat te ontdekken. Mijn ware zelf was alleen maar een ideaalbeeld dat ik gecreëerd had.
Er is helemaal niet zoiets als je ware zelf. Tenzij je jezelf bewust anders voordoet, bijvoorbeeld om mensen bewust te manipuleren, ben je altijd je ware zelf.
Je bent een ondeelbaar alles. Je bent je prive zelf, je bent je publieke zelf, je bent je masker, je bent je coping mechanismen.
Je bent ook nog heel veel mooie dingen die je niet laat zien, omdat je geleerd hebt dat die dingen er niet mogen zijn. Je hebt ze leren afkeuren in jezelf en heel misschien heb je zo goed verstopt dat je ze niet eens meer weet, zoals ik deed met mijn vrouw zijn.
Je bent al die dingen. Niet slechts sommige dingen. Je bent nu al goed zoals je bent. En je hebt ook helemaal geen lelijke kanten.