Over de tekening:
Mijn straat. Dit zie ik als ik terugloop vanaf de Italiaanseweg, of als ik uit de bus stap. Daar rechts achter is mijn flat. Dit zijn de bomen wiens netwerk van takken, takjes, twijgen en twijgjes me zo vaccineren als ik in de winter naar buiten kijk. Ze komen vaak terug in mijn tekeningen.
Dit was heel veel werk. Het lijkt alsof je zomaar heel veel takken kunt tekenen. Maar ik hou goed bij van welke boom ze komen, en tot hoe hoog ze dan kunnen. En de takken achter de andere takken moeten ook echt achter die takken!
Het deel van mijn hersenen dat de verwerking van visuele prikkels verwerkt is aangetast door het infarct. En daar hoort ook de aansturing van mijn ogen bij. In het begin had in een grote blinde vlek aan mijn rechterkant. Die is minder, maar kijken kot me nog steeds energie. Dat merk ik heel goed als ik op iets moet focussen. Door eindeloos te turen naar al die takken gingen mijn ogen zwabberen, dan keek ik opeens naar een tak recht van de tak waarnaar ik keek. Als ik dat lang doe, houd mijn rechteroog er gewoon mee op, en kijk ik dus scheel. Dat kost wel een paar minuten met mijn ogen dicht. Ik vind het nog steeds een beetje beangstigend.
Het betekend betekent ook dat ik ’s avonds niet zo lang meer kan lezen. Dat is lastig nu het zo vroeg donker is. Voor films en series kijken hen ik ondertiteling nodig omdat ik slecht hoor. Er is teveel achtergrondmuziek er zijn teveel geluidseffecten, zodat ik cruciale informatie mis als ik niet mee lees, en dat gaat dus niet want zo snel kan ik niet lezen. Bijzonder om te bedenken dat ik vroeger amper door had dat ik de ondertiteling las. Daar heb ik nog een lange weg te gaan.
Boeken lezen gaat goed. Langzaam, maar snel genoeg om het gevoel te hebben dat ik lees, in plaats van dat ik huiswerk doe.