Een jongen uit groep drie komt bij me omdat hij mee wil voetballen met de groten en dat levert problemen op. De groten, dat zijn een paar fanatieke voetballers van groep vijf die helemaal op elkaar ingespeeld zijn.
“Dat moet je ook helemaal niet willen” is het eerste dat me te binnen schiet, maar dat zet ik direct weer aan de kant. Ik heb niet te beslissen over wat kinderen willen. Deze jongen wil het, hij zoekt mijn hulp daarbij, dus krijg hij die. Ik loop mee. Ik ken de groep als fanatiek, ze zijn een kliek, maar ook een open kliek. In de twee jaar tijd die ik ze zie voetballen, zijn er al meerdere niet-voetballers door hen geaccepteerd. Die hebben allemaal hun plekje gekregen. Ze zijn ook bereid om te luisteren naar de jongen die zich buitengesloten voelt. Wat ik zie zijn kinderen die uitleggen waarom hem mee laten van deze derdegroeper echt teveel van ze vraagt. Ze hebben het geprobeerd, en het werkt niet. Ze leggen zorgvuldig aan hem uit waarom niet. Ik meng me niet in het gesprek, ik sta achter de derdegroeper en ik masseer zacht zijn schouders, hij staat dat toe en ik geef hem daarmee wat steun bij het ontvangen van het slechte nieuws. Voor het eerst vind ik het jammer dat ik niet kan verstaan wat er gezegd wordt want ik zou willen zoeken naar een opening een voorwaarde waarop hij het nog een keer mag proberen. Maar achteraf besef ik dat het zo goed was. Ze hadden al geprobeerd en het werkte niet. Ik vraag veel van kinderen in het uitproberen om anderen mee te laten doen, maar hier was een grens bereikt. Deze pauze zou het niet lukken. De andere niet-voetballers hebben er ook langer over gedaan om mee te draaien. Ze hebben zich niet in hoeven vechten, het was een proces van wederzijds aftasten geweest, en voor deze derdegroeper was de eerste ronde nu over. Ik hield hem nog even vast omdat ik hem niet alleen wilde laten met de teleurstelling. We bleven nog even staan en met gebogen schouders liep hij toen weg.
Twee meiden uit groep vier kwamen hem tegemoet, met een bal. Samen met hem voetbalden ze even later op een kleiner stukje plein. De jongen fleurde helemaal op en ik ben nog steeds vol bewondering voor deze twee meiden. Wat een invoelend vermogen gekoppeld aan praktisch handelen. Diepe buiging.