Ik kende ze al, mijn stemmen
ik heb ze weten te temmen.
Tenminste, dat dacht ik. En het is ook waar. Ik heb minder last van veroordelende stemmen. Ik had niet in transitie kunnen gaan als ik de luidste nog over me liet regeren.
Maar . . .
Er is een maar . . .
Want mijn therapeut is goed, en ze weet bij me door te prikken. En ik ben goed, want ik laat haar doorprikken.
En zo komen we bij de geniepige stemmen die zichzelf vermomd hebben, waardoor ik niet door het dat ze er zijn. In een oefening over waarden die ik met kaartjes om me heen rangschik, schrijft ze op wat mijn gedachten zijn bij dat proces.
Thuis groepeer ik die gedachtes en ik kom bij vier stemmen die ik een naam geef. Ze werken mooi samen.
Dit is wat ik vond:
Mijn stemmen
De neerhaler
Je bent het niet waard. Je bent onaanzienlijk en verdient geen aandacht
- afgewezen zijn
- je bent geen compassie of vertrouwen waard
- je bent geen intimiteit waard
De vergelijker
Er zijn mensen die het erger hebben, stel je niet aan, je bent een verwend kind, Je moet er wel wat voor doen, je bent lui
- autonoom zijn is leuk maar houd rekening met de ander
- eerst aan de ander denken
- word niet te egoïstisch
- je moet dit kaartje inleveren, je hebt de andere 3 al
De klopgeest
Het moet kloppen. Het hoeft niet perfect, maar het moet kloppen.
- je hebt al eerder gedacht dat je er was, en nu ben je er weer
- het is een herhaling van zetten
- anderen zien wat jij nog niet kunt zien
De verhalenmaker
Ik maak er een mooi verhaal van zodat jij en de anderen zich niet stoten aan de scherpe kantjes
- Zorg dat je gehoord wordt
- je moet anderen meenemen in je stappen
- je raakt ons kwijt
- pas je tempo aan