Ik streel mijn haar, mijn huid
Ik ben streler en gestreelde.
Streler zijn, dat kan ik,
Gestreelde zijn doet pijn.
Ik scheur kapot
als ik het toelaat,
een stille schreeuw
uit mijn spelonken
die tranen uit me perst.
”Laat maar toe”,
fluistert mijn streler
en mijn gestreelde
zou niets liever willen
dan eindelijk
die overgave
maar ze kan nog steeds niet voelen
dat ze ook mag leunen.
En nu
Een half jaar later
is ze er
de overgave.
Maar er is niemand
om me aan over te geven.
Ik wieg mezelf in dit gemis.
En nog steeds vloeien de tranen.