Over de tekening:
Voor het eerst liet ik mijn handen de lucht maken. Dat wilde ik, en het lukte dankzij het feit dat de foto heel onduidelijk was. Ik had die gisteren uit een rijdende bus genomen.
Het is al dagen krijs. Vandaag was ik naar de Expo over Mondriaan en de Haagsche School, in Amerstfoort.
Het is al dagen krijs. De Hoogsche School laat zien dat grijs ook mooi kan zijn. Ik maakte mijn eigen Haagsche School en ik ben er best tevreden over. Het haalt het niet bij de echte schilders en dat vind ik niet zo erg, het is een tekening op zichzelf.
Dat niet erg vinden dat anderen beter kunnen tekenen kan ik alleen maar omdat ik nog maar twee maanden bezig ben. Als beginner hoef ik het nog niet te kunnen. Maar vergelijken doe ik jammer genoeg op andere vlakken nog steeds. Niet altijd, maar soms.
Revalideren is niet alleen fysiek, maar ook psychisch, en het psychische gaat niet alleen maar over acceptatie van de gevolgen van mijn herseninfarct. De hele bubs aan al het onverwerkte en half verwerkte oude pijn en trauma komt langs. Nu is er de ruimte en de tijd voor, zullen we maar zeggen.
Revalideren is niet alleen fysiek, maar ook psychisch, en het psychische gaat niet alleen maar over acceptatie van de gevolgen van mijn herseninfarct. De hele bubs aan al het onverwerkte en half verwerkte oude pijn en trauma komt langs. Nu is er de ruimte en de tijd voor, zullen we maar zeggen.
Ik zat in de trein en als ik geen stress heb om ergens op tijd te moeten zijn vind ik treinen heerlijk. Je gaat vooruit zonder iets te doen. Je wordt gewiegd door de cadans, en het voorbij glijdende landschap is rustgevend om te zien. Ik doe het liefst niets in de trein, met geluid uit (ik kan dat met mijn CI’s) zitten en kijken en voelen, Vooral dat voelen. Vaak huil ik in de trein. Goede en nodige tranen.
Ik huilde dus, en mijn lieve stem koesterde me, en praatte heel zachtjes tegen met mijn verdriet. Dit is wat ze zij:
Hoi lieverd. Je doet het nog hè? Jezelf vergelijken met vrouwen die mooier zijn, en veel meer vrouw. Met mensen die dingen beter kunnen dan jij, met mensen die meer doen om de wereld te verbeteren dan jij.
Weet je, ik ga je niet zeggen dat je daar mee moet stoppen. Dat weet jij zelf ook best, en als je van mij moet stoppen ga je jezelf ook nog eens schuldig voelen als dat niet zo goed lukt.
Weet je nog toen je klein was, en een kennis van je ouders die iets deed met begeleiden van mensen bij je bed kwam en je wilde helpen? Want dat gevoel van tekortschieten is al zo oud.
Allen het hielp niet wat ze deed. Je moest van haar een lijst opsommen met alles waar je goed in was. Je noemde een paar dingen maar je geloofde er zelf niet in. Je deed het om haar niet teleur te stellen en zij dat het nu beter ging.
Het was veel fijner als je tante aan je voeteneind zat, de jongste zus van je moeder. Zei gaf je het gevoel dat ze het fijn vond om bij jou te zijn, van haar geloofde je dat. Ze las voor uit “Karslon van het dak” van Astrid Lindgren. Over een mannetje met een propeller op zijn rug die bevriend wordt met een jongetje. Dat jongetje was heel gewoon en onzeker, net als jij, en toch koos doe Karlson, die een overdoses zelfvertrouwen had die lang niet altijd gerechtvaardigd was, om bij dat jongetje te zijn. Zoals ook jouw tante het veestgerijs ontvloegte om even bij jou te zijn. Weet je nog hoe je samen moest lachen om dat boek. Weet je nog dat jullie over Winnie The Poo praatten omdat jullie daar beiden ook zo van hielden? Een beer met weinig verstand, en heel bescheiden omdat hij alleen maar gewoon zichzelf was. En toch was Janneman Robbinson het liefste bij Poo.
O lieverd, je wordt zo ontroerd als je boeken leest met dit thema, of films of series ziet. Je zit te huilen bij “Lampje” omdat twee verstoten kinderen elkaar vinden, en straks ga je vast weer, net als elk jaar in de lente “De geheime tuin” lezen, weer met hetzelfde thema.
Hoi lieverd, je bent niet alleen. Ik ben bij je. Je hebt Emma, en zij is het liefst bij jou.
Ik was blij dat het boemeltje van Ede-Wageningen naar Amersfoort er zo lang over deed.